Zes jaar geleden stond ik op Bali voor een pinautomaat die het geluid van loeiende sirenes produceerde. Dat die sirenes afgingen, was waarschijnlijk mijn eigen schuld. Ik probeerde tenslotte in alle macht mijn pasje uit de gleuf van de automaat te trekken. De automaat dacht waarschijnlijk (voor zover automaten konden denken in 2019) dat ik een overval pleegde.
Niet dat mijn getrek wat uitmaakte. In het stuk plastic kwam geen beweging. Mijn pinpas was kort daarvoor in de houder blijven steken, toen begon ik met dat getrek en daar waren de sirenes. Zo stond ik daar, in alle macht te trekken aan een pinpas waar nog een paar tientjes op stonden, maar wel een paar tientjes die goed waren voor avondeten.
Toen ik dacht: “Weet je wat, ik laat ‘m wel los. Misschien kan ik ‘m daarna terugtrekken”, slikte de automaat zonder pardon mijn pasje in. Het blauwe error-des-doods-scherm dat de automaat toonde beloofde weinig goeds en mijn Balinees beperkte zich tot bedankt, dus die pinpas was een verloren zaak. Ik maakte me maar snel uit de voeten. Gelukkig had ik nog wat rupiah in mijn portemonnee zitten.
Wat ik die avond heb gegeten? Ik kan het je niet navertellen. Wat ik wel nog weet is hoe ik na afloop op een stoepje mijn pinpas blokkeerde en dacht: “Kijk, na zoiets besta je dus ook nog.”
Saaie vakantieverhalen
Dat vakantieverhaal heb ik nog nooit aan iemand verteld. Waarom? Omdat ik opgeslurpt ben in de trend van saaie vakantieverhalen. Ik schaam me, maar het is waar. Als ik door de poortjes op mijn werkplek ga, verlaat het vermogen om een lekker verhaal te vertellen onmiddellijk mijn lichaam. Denk Severance: mijn innie is een doodsaai mens dat vooral vaak “oh ja joh?” zegt zonder te luisteren. Voordat ik een spannende vakantie-anekdote kan opdissen, ben ik al verzand in: “Tja, was prima, lekker weer, veel te kort.” of andere clichés die ik hier niet durf te herhalen.
Op die clichés zit niemand te wachten want natuurlijk is je vakantie te kort. Niemand hangt de vlag uit als ‘ie weer 9 uur per dag achter z’n bureau mag verzuipen in herhaling en ergernis. Een goed vakantieverhaal geeft je in elk geval nog iets om over te dromen boven je Excel-sheets. Een goed vakantieverhaal had je dag misschien nog iets van glitter gegeven.
Tips voor een goed vakantieverhaal
Lieve lezers, ik gooi de knuppel maar in het hoenderhok: mensen op kantoor kunnen geen vakantieverhalen vertellen. Ik heb in de afgelopen 10 jaar één interessant vakantieverhaal gehoord, en dat ging over iemand wiens hele auto was leeg gejat. En dat was het. Tien jaar hè. TIEN. Dat niemand weet hoe ‘ie een fatsoenlijk verhaal moet vertellen, motiveert je zelf ook niet om nog je best te doen.
Misschien is dit een bredere trend. Janneke en Stéphanie zeiden het al in De Shitshow: mensen kunnen geen verhalen vertellen. En al helemaal niet over vakanties. Het probleem zit misschien ook in het onderwerp, want op een vakantie rust je uit dus daar gebeurt in de regel weinig. Toch ben ik ervan overtuigd dat het beter kan.
Daarom geef ik deze Weekstart tips voor betere vakantieverhalen. Niet alleen voor jullie, maar ook voor mijn dodelijk saaie kantoor alterego. Dit moet stoppen. Ik kan het niet meer aanzien, als ik nog één keer moet horen over een camping waar ze een leuk animatieteam voor de kinderen hadden, ren ik gillend het gebouw uit.
1. Goed nieuws is geen nieuws
Ere wie ere toekomt: in de De Shitshow sprak Stéphanie de magische woorden: vertel me alsjeblieft niet over je goed gelopen vakantie, vertel me over wat er mis ging. Dat klopt. Want een verhaal waarin alles goed gaat, is in de regel geen interessant verhaal. Bovendien heb ik drie weken op kantoor gevegeteerd terwijl jij op je ligstoel aan het zwembad lag, het minste wat je voor me kunt doen is me een goed verhaal vertellen. Een goed verhaal waarin jij ook hebt geleden, graag.
Vertel me over het belachelijke gedrag van je partner op Italiaanse terrassen - deed hij lomp tegen de bediening? Is je relatie daardoor nu gesneuveld? Waarom geeft hij nooit fooi? Vertel het me! Vertel me over de voedselvergiftiging die je op dag één van de vakantie met je nieuwe geliefde kreeg. Waren zijn ogen nog steeds blauw met spikkels toen hij een tyrannosaurus nadeed boven de porseleinen troon?
Vertel me over je kinderen die elkaar de hersens in sloegen, vertel me over de pech waarmee je uren langs de kant van de weg stond, vertel me dat er eigenlijk geen zak aan was, in die tent en dat ook jij natuurlijk niet graag op een luchtbed slaapt. Vertel me dat je je vriend de hersens insloeg met een tentharing (of maakt dat me medeplichtig aan moord? Weet iemand dit?). Vertel me dat je eigenlijk een hartgrondige hekel aan je kinderen hebt, dat je een slippertje had met de campingeigenaar: VERTEL HET ME.
Leven is lijden mensen. Het minste wat je ervan kunt maken is een goed verhaal.
2. Geen verhaal? Verzin wat
Maakt het mij uit of je anekdote klopt? Absoluut niet. Ik hoor tien keer liever een verzonnen verhaal, dan een saai verhaal dat waar is. Verzin gewoon wat. Ik kom echt niet controleren of het echt is gebeurd. Ook met een verzonnen verhaal vermaak je me prima.
Let wel op je geloofwaardigheid. Ik ben bereid om lang met je mee te gaan, maar als je over je affaire met George Clooney begint haak ik af. De lijn tussen waanzinnige en genie is dun.
3. Denk goed na over de volgorde
Ja, natuurlijk kun je je vakantieverhaal chronologisch vertellen. Maar is dat altijd de beste vertelvorm? Niet per se. Je kunt ook met een foreshadowing beginnen. Misschien ging het op de avond vóór je de buurman dood in zijn tent vond al over zijn erfenis. Of je begint bij het einde en werkt dan naar het begin. Of je begint in het midden: maak het spannend voor je toehoorder. Het wordt ook steeds leuker om verhalen te vertellen als je het telkens op een andere manier doet. Zo blijft het voor jezelf ook interessant.
4. Spaar geen details
Heb je een lekker verhaal? Spaar me dan geen details. Ik wil weten hoe je knettergekke campingbuurman rook - naar Axe Africa of juist zurig van zijn eigen zweet? Kleefde er nog wat cruesli op je kin toen hij tegen je schreeuwde dat je je kinderen in het gareel moest houden? Hoe keek je zoon toen hij thuis werd gebracht door de politie? Schuldbewust? Of juist totaal overtuigd van zijn eigen gelijk?
Details vertellen een verhaal. Zorg dat ik erbij ben. Laat me even ontsnappen uit de doodsaaie omgeving waar ik me de rest van de dag nog bevind. Maar beheers jezelf. Als je stapels bijvoeglijk naamwoorden in een zin propt, is het tijd om gas terug te nemen. Je bent niet de intro van Nederlands nieuwste bestseller aan het schrijven.
5. Een vakantieverhaal vertel je voor de ander
En dat betekent dat je taak is het verhaal zo interessant mogelijk te maken. Je wilt niet dat de andere partij afhaakt, toch? Niks erger dan middenin een verhaal zien hoe alle lichten in de ogen van de ander uitgaan (overkomt mij elke werkborrel, ik kan er verbaal echt ene geen fuck van).
Ja, natuurlijk moet jij ook je ei kwijt kunnen, maar dat doe je maar in therapie of in je 1-op-1 met je manager. Vakantieverhalen dienen ter vermaak. Je hart luchten doe je maar in je eigen tijd.
6. Geen verhaal is soms ook een verhaal
Het kan natuurlijk dat er niets gebeurt in je vakantie (maar ook: KIJK NOU EENS UIT JE DOPPEN MAN! Er gebeurt altijd iets, desnoods vertel je me over de vakantie van je buurman). Dan vertel je niks. Je zegt zelf niks over je vakantie. En als iemand aan je vraagt hoe je vakantie was, zeg je alleen maar: “Prima.”
Waarom? Er is niks zo lekker als speculeren over die collega die nooit iets vertelt. Gefeliciteerd, je hebt je toehoorders zojuist het geschenk van de heerlijke roddel gegeven. Bevalt dit gevoel je en wil je het nog wat bonter maken? Drie tips:
Doe alsof je een telefoontje krijgt maar blijf binnen gehoorafstand. Roep dan hard: “RALPH, ZE IS MIJN ZUS, HOE KUN JE ME DIT AANDOEN? HOE???” Daarna ga je met een strak gezicht weer op je plek zitten.
Verstuur op je grote scherm e-mails met als onderwerp “Losgeld”. Pro-tip: stuur de e-mail met onderwerp losgeld per ongeluk naar je collega en roep dan: “METEEN VERWIJDEREN DIE E-MAIL NIET LEZEN”.
Als mensen vragen wat er met je is, antwoord je “Niks”, waarna je theatraal naar de toiletten rent.
Als je na een maand bij de HR-afdeling zit voor een functioneringsgesprek, weet je zeker dat je het goed hebt aangepakt. Lekker bezig, tijger.
7. Weet wanneer je moet stoppen
Heb je een goede vakantie-anekdote verteld? Mooi. Dan stop je meteen met praten.
Nee, niet beginnen over hoe groot de Carrefour is of waarom Denen zulke aardige mensen zijn. Als ik dat wil weten kijk ik wel in de Lonely Planet of op Google. Alle basic shit over Spanje kan ik ook aan ChatGPT vragen.
Je moet stoppen op je hoogtepunt en in jouw geval is dat na je geweldige vakantieverhaal. Als je écht een goed verhaal vertelt, hoef je wat mij betreft de rest van het jaar niets meer te zeggen. “Frans vergadert niet mee”, zullen je collega’s op samenzweerderige toon tegen je leidinggevende zeggen. “Frans heeft ons al alles gegeven dit jaar.” Out with a bang, lieverd.
8. Gun de mensen een lekker vervolgverhaal
Heb je net een goede anekdote van een ander aangehoord en heb je daar een lekker vervolgverhaal op? Perfect. Vertel het me. Niets lekkerder dan tien verhalen over wagenmisselijkheid achter elkaar.
Heb je geen goede anekdote? Dan houd je gewoon je mond. Weinig erger dan iemand die de anekdote-ketting breekt met een anekdote die totaal niet aansluit (ja hallo, hier ben ik weer! ik doe dit ook! ik moet mijn mond vaker houden!).
9. Bonustip voor de toehoorder
Ben je getuige van een doodsaai vakantieverhaal? Praat gewoon dwars door de verteller heen over iets anders. Dat voelt misschien asociaal, maar is voor iedereen beter.
De verteller heeft allang door dat er niemand naar diens verhaal luistert. Je collega’s zullen je eeuwig dankbaar zijn dat je ze uit deze bak van saaiheid hebt verlost.
Zet ‘m op deze zomer toppers. Deel je je niet-saaie vakantieverhaal met me in de comments? Kom je er als de tijd rijp is voor jouw vakantieverhaal écht niet uit? Pak dan gewoon een verhaal uit de comments.
We moeten het tenslotte samen doen in dit kantoorleven.
Liefs,
Charlotte
Een lijstje zendingsdrang (tips)
Luisteren: Ik heb het nieuwe album van Sef nog steeds op repeat. Dit nummer is deze week favoriet:
Ook luisteren: De Shitshow is eindelijk weer terug. De laatste aflevering was er wederom één voor de boeken. Janneke vertelt echt een heerlijke anekdote over parkeren (voor wie denkt dat ze het verzint, het filmpje staat op de Instagrampagina van De Shitshow).
Koken: ik kookte vorig weekend met L. weer uit Lugma. Met stip mijn favoriete kookboek van dit moment. Deze keer maakten we de rijst met tomaten en saffraan en dat was echt geweldig: fluffy rijst, zalig gekruide aardappeltjes en een megalekkere korst met tomaat op de bodem. Een droom van een gerecht. Het recept.
Kooptip: een etui! Ik kreeg dit weekend een etui cadeau en men, wat is dat handig. Nooit meer een pen kwijt (nu alleen die etui niet vergeten…).
Kijken: La Haine van Mathieu Kassovitz. Wat. Een. Film. In La Haine volg je drie Franse jongeren in de nasleep van een avond rellen: een vriend van hen is in elkaar geslagen door een politieagent en ligt in een coma in het ziekenhuis. De shots in de film zijn echt prachtig. Ik mopper wel eens tegen L. over one takers en de zin/onzin van lange shots (maar wel alleen als ik mijn bolhoedje op heb en mijn VPRO-flowerboy t-shirt aan), maar hier werkte het heel goed. De film straalt zoveel urgentie uit. Ik heb er deze week nog veel aan gedacht.
Eten: cornetto’s. Man, wat een underrated maar geweldig ijsje.
Lezen: ik hang in de laatste pagina’s van Kafka on the shore maar las tussendoor een stukje uit de eerste seksscène tussen Elio en Oliver in Call Me By Your Name terug. Schitterend:
When it happened, it happened not as I’d dreamed it would, but with a degree of discomfort that forced me to reveal more of myself than I cared to reveal. I had an impulse to stop him, and when he noticed, he did ask, but I did not answer, or didn’t know what to answer, and an eternity seemed to pass between my reluctance to make up my mind and his instinct to make it up for me. From this moment on, I thought, from this moment on—I had, as I’d never before in my life, the distinct feeling of arriving somewhere very dear, of wanting this forever, of being me, me, me, me, and no one else, just me, of finding in each shiver that ran down my arms something totally alien and yet by no means unfamiliar, as if all this had been part of me all of my life and I’d misplaced it and he had helped me find it. The dream had been right—this was like coming home, like asking, Where have I been all my life? which was another way of asking, Where were you in my childhood, Oliver?
Which was yet another way of asking, What is life without this? which was why, in the end, it was I, and not he, who blurted out, not once, but many, many times, You’ll kill me if you stop, you’ll kill me if you stop, because it was also my way of bringing full circle the dream and the fantasy, me and him, the longed-for words from his mouth to my mouth back into his mouth, swapping words from mouth to mouth, which was when I must have begun using obscenities that he repeated after me, softly at first, till he said, “Call me by your name and I’ll call you by mine,” which I’d never done in my life before and which, as soon as I said my own name as though it were his, took me to a realm I never shared with anyone in my life before, or since.
Subscriben = blijven & doneren aan Oxfam Novib
Subscribe je nog niet? Schrijf je gratis in via onderstaande knop. Stuur De Weekstart vooral door naar al je vrienden die wel een hart onder hun niet-bestaande riem (wie draagt die nog?) kunnen gebruiken.
De Weekstart is een gratis publicatie. Dat blijft zo. Het geld dat je daarmee bespaart, kun je mooi aan Oxfam Novib overmaken. De mensen in Gaza kunnen je donatie goed gebruiken.
Ik ga dus kamperen en ik HAAT kamperen, MAAR het levert inderdaad wel altijd goede verhalen op. I'll take notes
Dank hiervoor! Ik hoop op veel ongemakkelijke vakantieverhalen na de zomer.
Ik luister overigens wel altijd graag naar (vakantie)verhalen over lekker eten, vooral als ze met een beetje passie verteld worden, maar dat is misschien iets persoonlijks.