21 fragmenten uit 32 levensjaren
(een vrouwenleven in dagboekfragmenten, mail, whatsapp en schrijfsels)
32 jaar ben ik sinds gisteren. 32. Vijftienjarige Charlotte dacht niet langer dan een uur vooruit, nu ben ik 32. In mijn krullen zitten grijze haren, in mijn voorhoofd is een frons verschenen waarvoor baby-botox te laat is en ook ik klaag over mijn knieën en rug na een festivalweekend.
Tegelijkertijd is ouder worden een rijkdom aan ervaringen die niet alleen in datzelfde lichaam zitten, maar in mijn geval ook op papier staan. Soms mopper ik op mijn kantoorleven maar dan vergeet ik de rijkdom van al die ervaringen, van alles dat er was en is. In mijn kantoortje ligt het vol met dagboeken en schriftjes. Zonde eigenlijk om daar nooit iets van te delen, want ervaringen zijn universeel, zoals Nicolien Mizee zegt: elk verhaal is een vertelling van iets dat al eerder is gebeurd.
Voor jullie herkenning (en mijn eigen hang naar nostalgie) dook ik eerder deze week in mijn digitale en analoge archief en selecteerde ik geschreven fragmenten uit de afgelopen 32 jaar.
1. 2002 (9 jaar, dagboekfragment)
Lief Dagboek,
Je merkt wel dat ik netter schrijf! Geen wonder als de juf er zooooooon drama van maakt. Anders onderwerp ik ben een beetje op T. maar het meest op M.! Vandaar dat grote hart! Fresco is mijn droom pony. Hij is lief maar sterk en eigenwijs. Nou tot morgen!
2. 2004 (11 jaar, dagboekfragment)
Weet je dat ik een wisselvallig typje ben? Eerst van B. naar S. Dan liegen, dan eerlijk zijn. Het leven is niet altijd simpel. Er is niet altijd geluk. Zoals vandaag: D. wil niet zwemmen en kijkt boos. En wil niet zeggen wat er is. Voel me anders. Gisteren las D. in mijn dagboek! Nooit meer mag ze dat.
3. 2005 (12 jaar, klassenkrant)
Nieuws
Sterks uitbarsting
Donderdag 6 april had 1ha4 zoals gewoonlijk Engels. De kinderen waren zeer stil, deden absoluut niets (ahum) toen meneer Sterk flipte. Hij schreeuwde het uit, de kinderen waren helemaal in shock. Toen begon Sterk een duffe preek af te ratelen waar M. helemaal dubbel om lag. Halverwege viel iedereen in slaap.
4. 2007 (13 jaar, dagboek)
15:57
Ik ben nog erger gedeprimeerd dan vanochtend Stellendam is nog meer in de middle of nowhere dan ik al dacht. Ik ben heel chagrijnig en erger me aan alles kapot. Koninginnedag vieren ergens waar ze alleen een havenkantoor hebben. Mijn zieltje is al zo goed als dood. *te chaggo*
5. 2008 (14 jaar, digitale schrijfmap)
Ik weet niet wat het is. Ik kan het niet vasthouden, want het wisselt per dag. Het wisselt per minuut, misschien wel per seconde. Maar toen ik net al die oude artikels las, wist ik wel dat het er nog was. Het is er nog steeds. Ik voel nog wat voor je, ja. Maar ik weet niet wat, en waarschijnlijk zal ik het ook nooit toe kunnen geven aan jou.
6. 2009 (15 jaar, digitale schrijfmap)
Want die avond maakt het me niets uit wat je zei. De helft heb ik waarschijnlijk niet eens gehoord, want mijn hoofd lag op jouw schouder, en ik hoorde een ander soort muziek als normaal. Niet dat zoetsappige vioolgezeur in je hoofd, nee dit was echt. Het kwam zachtjes, klopje voor klopje en ik heb meer naar dat geluid geluisterd dan naar wat jij tegen me zei. Het stelde me gerust, en nu realiseer ik me pas dat het je hart was wat ik hoorde kloppen. En dat het me gerust stelde, omdat het precies hetzelfde ritme had als dat van mij.
7. 2010 (16 jaar, sollicitatiebrief)

8. 2010 (17 jaar, e-mail van Vlieland naar ‘de wal’)
9. 2011 (17 jaar, fragment uit een e-mail)
Over het algemeen ben ik dus vrij gelukkig maar het steekt nog wel. Dan dans ik vrolijk rondjes in een club en vraag ik me ineens af wat hij nu aan het doen is. Want dat weet ik niet. Wat dat er gaat begrijp ik eindelijk, voor het eerst in mijn hele leven, hoe het is om doodgezwegen te worden. Hoe het is als iemand doet alsof het er nooit geweest is, alsof je niet bestaan hebt. Het laat me met regelmaat twijfelen aan mezelf. Het maakt het moeilijk om me open te stellen, niet onmogelijk, maar wel veel moeilijker. Want voorheen wist ik het altijd zo te spelen dat ik mezelf pijn deed voor een ander dat kon. Hij was me een keertje voor, en dat is iets waar ik aan moet wennen, ben ik bang.
10. 2011 (nog net 17 jaar, digitale schrijfmap)
Ohja.
Er was die keer, voor mijn eerste zomer op Vlieland dat M. en ik een lange strandwandeling maakten. Hij had truffels gegeten en was enorm aan het trippen en ik kwam in extase uit werk. Hij was vrij geweest. Ik sleepte hem van zijn bed en nam hem mee naar het strand. We liepen door het bos waar ik over iedere boom wel iets cynisch te melden had en hij brulde wat onnozele dingen. We klommen een duin over en stonden op het strand. Ik rende heen en weer, de wind speelde met mijn haren en af en toe stompte ik M. als hij wat stoms zei. Ik weet niet meer waar we over gepraat hebben.
Ik weet wel dat ik gelukkig was. De zon hing laag. Op een bepaald moment liep M. ineens weg naar een duin waar hij zingend ging staan plassen, Toen ik op hem wachtte en naar het vreemde tafereel keek schreeuwde hij: “Draai je om! IK STA TE PISSEN” De paar mensen die op het strand waren hoorden hem en keken mij wat vreemd aan.
11. 2013, (nog net 19 jaar, digitale schrijfmap)
Tiener ben je maar tien jaar.
Tigger veel langer. Tot je honderd bent. En hoogstwaarschijnlijk ben ik voor die tijd allang overleden. Tigger zal ik dus de rest van mijn leven zijn.
12. 2014 (21 jaar, digitale schrijfmap, weekend na dienst waarin MH17 neerstortte)
Na alle hectiek van deze week was iemand om bij uit te rusten namelijk wel even fijn geweest. De vliegtuigramp ging me wel in de koude kleren zitten. Op werk ging het op zich oke, maar het drukt toch zwaar op me. Ik voel me ook wat vreemd en wat verdrietig zelfs, terwijl ik niemand ken die in dat vliegtuig zat. Maar het voelt heel gek, alsof alle balans in de wereld ineens compleet verstoord is. Terwijl ik helemaal niet weet of dat zo is, omdat ik in Nederland woon, en Nederland nu eenmaal niet zoveel voorstelt op het wereldtoneel. Maar toch, dit voelt gek.
En dan die kinderen. De mensen die voor het eerst op een lange vakantie gingen. De wetenschappers. Mensen te over. Soms vraag ik me af of het allemaal tot een kookpunt aan het komen is. De laatste paar jaar lijkt het ineens overal mis te gaan. Mijn andere theorie is dat ik nu gewoon beter oplet, en dat mijn ogen ineens geopend zijn voor alle leed van de wereld.
13. 2015 (22 jaar, dagboekfragment)
Ik geniet van Australië maar het is allemaal ook eng en onwennig. Er gebeuren veel nare dingen in dit land: ontvoerde en gedode backpackers, mensen die gewoon verdwijnen, alle dieren die kunnen doden, in al haar schoonheid heeft Australië iets grimmigs en iets avontuurlijks.
En soms is dat eng, dan voel ik me zo bang, omdat alles hier zo nieuw is. Dan verlang ik naar vertrouwd. Niet eens per se naar huis, want ik weet dat ik daar ook niet zo gelukkig was, maar gewoon naar iets vertrouwds.
14. 2016 (23 jaar, fragment uit een blogpost over boerderijwerk in Australië)
I saw more beautiful sunsets than I have ever seen, I saw countless stars, am now the proud owner of countless mosquito bites and permanent lower back ache. I've got countless memories in these streets in Griffith, from laying on the middle of the road in the middle of the night, to sneaking off to secret spots. I've shed tears of laughter and of sadness - these were the best and the worst of times. Whatever happens now, with my visa application, I will never forget that I've been able to do this - and all the things I've learned from it.
So what have I learned from 88 days of farm work? In 88 lessons and reflections:
1. If something sounds too good to be true, it probably isn't true
My favorite teacher in journalism school spoke those words to me - but I never really understood them until I started doing regional work. When a job is oversold to you - it's probably not as great as people make it out to be. One example: I was once send to work at a 'show' (some sort of fun fair) at one of the neighboring towns during my stay in Griffith - and told that it was going to be the easiest and most fun job I'd ever do. I spend the whole day in the burning sun looking after a jumping castle full of kids that refused to listen to me and were out to turn my life into a living hell. At the end of the day I had a sunburn and a burnout.
56. Say hello to a very interesting work outfit
When I applied for a job at the zucchini farm, I was told to bring lots of socks. I had no idea why (maybe the field was wet in the morning and your feet would get cold otherwise?). Turns out, they protect your wrists, because the zucchini plants are prickly and hurt when they touch your skin. I still find socks in my bag with holes in them.
15. 2018 (25 jaar, fragment uit digitale schrijfmap)
De littekens op het afgekloven been kijken me aan terwijl je met me speelt. Misschien dat een dokter minder precies hecht in dat wat niet iedereen ziet – aan het einde van de hechting een gat, ik kan mijn pink er bijna insteken zo groot. Soms ligt het been over mijn heup als we knuffelen – vaak vergeet ik niet wat je mist als we vrijen, dat komt later, als je je prothese weer op je bovenbeen klikt. Die prothese kijkt altijd vanuit de hoek van je kamer toe – misschien kan je vrouw naast haar zitten, zodat ze zich minder alleen voelt.
(…)
Later ben ik een waas in je armen – mijn hoofd in mijn nek, lachend als we vechten. Jij zegt dat je het zo mooi vindt als ik geniet en ik leg het compliment op de plank ver achterin mijn hoofd. Je probeert je vingers door mijn ribbenkast te duwen maar ik ben beter bewapend dan jij, zet mijn tanden in je arm voordat je mijn hart bereikt. Een lauw gedag na een laatste ademhaling in de deuropening. Jij springt met twee treden tegelijk de trap af – maar ik wacht niet tot je beneden bent. Van omkijken heb ik geleerd, van wachten ook.
16. 2020 (26 jaar, dagboekfragment)
Hoe het leven in 6 dagen zo om kon slaan. Iedereen werkt nu thuis vanwege ‘t coronavirus, behalve mensen in ‘vitale beroepen’ zoals de zorg. Schappen van supermarkten zijn halfleeg en mensen hamsteren en alle horeca, scholen, musea en uitgaansgelegenheden zijn dicht. Het is onduidelijk hoelang het gaat duren.
Alles voelt als een bizarre droom. Alsof we in een tweede realiteit leven. Er wordt massaal werktijdverkorting aangevraagd. Ze zeggen dat we weer een economische crisis krijgen.
En er is een quaraintainevriendje. L. L. is leuk. Verder dan dat denk ik nog niet.
17. 2020 (27 jaar, dagboekfragment)
Dat moment dat ik midden in de nacht alleen wakker word, en er niks is, geen geluid, geen warmte of gezelligheid, alleen stilte. Dat is het naarste moment. Dan voel ik me op de pieken van mijn eenzaamheid.
18. 2022 (28 jaar, kort verhaal)
‘Mag ik je masseren?’ We roken sigaretten in het raamkozijn. Jij tikt de as net naast het glazen crème brullee potje, iets wat ik haat, als mensen de as naast de asbak tikken, maar ik ben te dronken voor de zorgen over wat ik irritant vind en wat niet. Deze zin heb je vaker gebruikt, dat hoor ik aan het gemak waarmee ’t uit je mond komt. Ook ik ben lui en slordig geworden in mijn keuzes, het is al laat, mijn mond smaakt naar lauw bier en sigaretten, nu is niet het moment om lang over intenties na te denken.
En ik stem in, want masseren, dat klinkt zo geil hè, zo spannend dat ik bijna je koude natte tong vergeet en hoe vermoeiend zoenen met je is. Het is zoenen met nadenken, in plaats van zoenen als vallen, zweven, vliegen: het overkomt je, gedachten bestaan daar niet.
Extra virgine olijfolie, besluit jij, de gigantische fles in mijn overvolle kruidenkastje. In dit vrijgezelle hol is geen massage-olie te bekennen, one-night-stands wisselen zich in rap tempo af. Mezelf kan ik niet masseren, met yoga heb ik geen ylang-ylang olie nodig. Maar jij bent overtuigd: met olijfolie uit het keukenkastje kan het prima, en ik vind het allemaal allang prima, ik wil gemasseerd worden en naar bed. In de hoek van de kamer, aan het bureau kijkt mijn toekomstige zelf naar het tafereel en ik sla mezelf lachend, zuchtend gade.
19. 2023 (29 jaar, wekelijks terugkerend bericht over mijn week voor werkgever)
‘Kijk’. Hij wijst naar de poort naast de klimop. ‘Daar hebben we een achterom. Dat is handig als we straks kinderen hebben’, vindt de vriend van L. (aka de Achterommeneer). ‘Dan hoeven we niet telkens de voordeur op te doen als ze zijn uitgespeeld.’ De zuurstofmaskers vallen uit het plafond van mijn hersenpan. Help?
De verwachtingen van de Achterommeneer zijn groots. Groots als het huis waarin hij woont. Een huis in Drenthe. ‘Want daar krijg je waar voor je geld’. Een kast van een huis vol verwachtingsvolle lege kamers en met een ongemakkelijk wegkijkende vriendin. Een avond met monologen (de Achterommeneer is graag aan het woord) over de klimop die de muur aantast en de nieuwe airco’s. In deze omgeving, die niet anders omschreven kan worden dan een gaap komen de muren op me af. Wat de bedoeling is, geeft me al mijn hele leven klotsoksels.
Liever kleef ik aan de dansvloer met mijn schoenen. Kijk ik nog wat langer naar mijn hossende lief op een schurende drum & bass-plaat met een herkenbaar fluitje. Houd ik zijn haar uit zijn gezicht als de Salmari een dag later naar buiten komt. Voer ik lange gesprekken en eet ik met lust voor het leven. Woon ik ver, maak ik ruzie, word ik verliefd. Snap ik er niks van. Modder ik wat aan.
Een volwassen huis. Een volwassen baan. In het jaar voor mijn dertigste hoor ik het steeds vaker. Iedereen groeit op. De vraag is hoe. Drenthe sla ik even over. Aan het eind van de avond zie ik het blauwe licht van het Rijkswaterstaatgebouw opdoemen aan de stadsrand. Het heeft nog nooit zo thuis gevoeld.
20. 2023 (29 jaar, net geen 30, dagboekfragment)
Nu ben ik nog 29. Dit is mijn laatste entry als 29-jarige. Straks (eigenlijk pas morgen om 7 uur, het is nu iets voor 12), ben ik 30. Mijn god. 30. Wat gaat dit leven snel. Vooral de laatste jaren voelt het alsof de fast-forward aan is: ik wil alles vastgrijpen, behouden, herhalen, maar het glipt zó snel voorbij. Ik houd zo van het leven. Ik wil niet dat ik met mijn ogen knipper en dat het voorbij is.
Laat het nog even heel lang duren, laat het nog even heel lang duren.
21. 2025 (31 jaar, Whatsappgesprek)
Tot volgende week,
Liefs,
Charlotte
PS: 300! Jullie zijn met 300. Wat ongelofelijk gezellig en leuk. Welkom allemaal, lieve lezers.
Een lijstje zendingsdrang (tips)
Muziek: de nieuwe Fiona Apple
Lezen: Liefde, als dat het is van Marijke Schermer. In 2020 las ik dit boek voor het eerst en ik ben er net zo snel ingevallen als de laatste keer. Echt een heel, heel aangenaam boek, Schermer heeft zulke prachtige taal. Heeft iemand van mijn lezers andere boeken van haar gelezen? Tips?
Kijken: Zorgen van BNNVARA. De makers volgen studenten aan de opleiding Verpleegkunde. Vorige week heb ik één aflevering met L. gezien en ik was enthousiast. Ben benieuwd naar de rest.
Eten: de driedubbele tosti bij Dagger Coffee in Utrecht.
Koken: de asperges met tahin saus van Yvette van Boven. Het recept.
Kopen: tuinbonen! De Persepolis in Utrecht had ze al twee zaterdagen op rij. Feest!
Subscriben = blijven & doneren aan Oxfam Novib
Subscribe je nog niet? Schrijf je gratis in via onderstaande knop. Stuur De Weekstart vooral door naar al je vrienden die wel een hart onder hun niet-bestaande riem (wie draagt die nog?) kunnen gebruiken.
De Weekstart is een gratis publicatie. Dat blijft zo. Het geld dat je daarmee bespaart, kun je mooi aan Oxfam Novib overmaken. De mensen in Gaza kunnen je donatie goed gebruiken.
Wat bijzonder dat je deze persoonlijke verhalen deelt! Die van dat afgekloven been vond ik toch wel de topper :)
Congrats tigger! 🍾🍾🍾